De wereld dreigt af te glijden naar een vicieuze doemcirkel, waarin negatieve terugkoppelingen kettingreacties veroorzaken die klimaatverandering snel over kantelpunten duwt. Dat schrijft The Guardian.
Volgens een nieuw rapport van IPPR vraagt de aanpak van de escalerende klimaatcrisis zoveel aandacht dat er minder kan worden gedaan om de koolstofemissies terug te dringen. Daardoor wordt de situatie steeds erger.
De schade van de opwarming van de aarde wordt steeds duidelijker en het herstel van klimaatrampen kost nu al miljarden. Bovendien kunnen deze rampen een kettingreactie van problemen veroorzaken, zoals water-, voedsel- en energiecrises, net als meer migratie en conflicten. Die putten alle beschikbare middelen uit.
De onderzoekers van het Institute for Public Policy Research (IPPR) en Chatham House, noemden als actueel voorbeeld daarvan het debat over de vraag of het nog mogelijk is de mondiale temperatuurstijging onder de 1,5C te houden.
Vervallen in extremen
Wie beweert dat 1,5C nog steeds mogelijk is, loopt het risico zelfgenoegzaam te blijven denken dat het huidige trage tempo van maatregelen voldoende is, aldus de onderzoekers, terwijl degenen die beweren dat het niet mogelijk is, het risico lopen het fatalisme te steunen dat er nu weinig gedaan kan worden, of over te gaan op extreme benaderingen zoals geoengineering.
Om een doemkoers te vermijden moeten politici eerlijker zijn over de grote risico’s van de klimaatcrisis, aldus de onderzoekers. Dus ook over het dreigende vooruitzicht van kantelpunten in klimaatverandering. De omvang van de economische en maatschappelijke transformatie die nodig is om een einde te maken aan de opwarming van de aarde is enorm. Om die aan te pakken zijn verhalen nodig die gericht zijn op de grote voordelen van klimaatmaatregelen en op een eerlijke uitvoering van het beleid.
“Dit is een doemcirkel: de gevolgen van de klimaatcrisis trekken aandacht en middelen weg van het aanpakken van de oorzaken ervan. Dat leidt tot hogere temperaturen en ecologisch verlies, die vervolgens ernstigere gevolgen veroorzaken, waardoor nog meer aandacht en middelen worden weggetrokken, enzovoort.”
De Afrikaanse economie verliest bijvoorbeeld al tot 15% van het BBP per jaar aan de verergerende effecten van de opwarming van de aarde. Dat gaat ten koste van de middelen die nodig zijn voor klimaatmaatregelen.
Laurie Laybourn, associate fellow bij IPPR, zei dat de verhalen die worden gebruikt om de situatie te beschrijven zeer belangrijk zijn. Hij zei bijvoorbeeld dat groener vervoer niet alleen te maken heeft met de overschakeling op elektrische voertuigen, maar ook met beter openbaar vervoer en een nieuwe opzet van steden, zodat mensen dichter bij de banen, het onderwijs en de gezondheidszorg zijn. Dit betekent op zijn beurt dat de begrotingen en belastingen van lokale overheden moeten worden herzien om de veranderingen door te voeren.
Volgens Laybourn zou een oneerlijk klimaatbeleid de doemkoers kunnen aanjagen, omdat mensen de noodzaak van een groene overgang zouden afwijzen als ze het gevoel hebben dat hen onbetaalbare veranderingen worden opgedrongen. Maar, voegde hij eraan toe: “Als billijkheid centraal staat, kan het juist een opwaartse spiraal zijn, als mensen inzien dat overschakelen op een warmtepomp en betere isolatie beter voor hen is, ongeacht de klimaatcrisis.”
Het is ook van cruciaal belang dat de vooruitgang op het gebied van klimaatmaatregelen bestand is tegen de problemen die de klimaateffecten met zich meebrengen. “Ik ben een groot voorstander van burgerberaden, want als mensen het gevoel hebben dat ze een rol spelen in de besluitvorming, is de kans groter dat ze hun steun behouden, zelfs in een toekomst waarin de schokken zich opstapelen. Het worden momenten waarop we daadwerkelijk beter terugbouwen,” aldus Laybourn.
Bob Ward, van het Grantham Research Institute on Climate Change aan de London School of Economics, zei: “Dit rapport wijst terecht op het kritieke punt dat we hebben bereikt, namelijk dat het steeds waarschijnlijker wordt dat de temperatuur wereldwijd met meer dan 1,5C zal stijgen. Dit betekent niet dat we de doelstelling moeten laten varen.
Ons hoofddoel moet nog steeds radicale emissiereducties zijn om te voorkomen dat de 1,5°C wordt overschreden, maar we moeten nu ook nagaan wat er gebeurt als het niet lukt.