Verduurzaming, de aanpak van het woningtekort en ons aanpassen aan klimaatverandering vragen om grote ingrepen in onze leefomgeving. Daarom is het van belang dat het kabinet scherpere keuzes maakt dan nu gebeurt, zegt het PBL in de Ruimtelijke Verkenning 2023.
Mark Rutte, die nu al bijna 13 jaar Nederlandse kabinetten aanvoert, zei ooit dat je voor visie bij de opticien moet zijn. Wat er gebeurt als je zo’n tijd een land zónder visie bestuurt, merken miljoenen Nederlanders al jarenlang dagelijks aan den lijve. En daar zal het niet bij blijven, kunnen we vaststellen als we de huidige uitdagingen doortrekken naar de toekomst en onderzoeken op hun mogelijke gevolgen. Dat deed het PBL en het schreef een lijvig rapport over mogelijke keuzes en hun consequenties: de Ruimtelijke Verkenning 2023.
“De oplossingen voor een hele reeks urgente issues vragen allemaal ruimte en zullen de inrichting van het land op lange termijn ingrijpend veranderen. Een toekomstbestendig Nederland vergt decennialang vasthoudend omgevingsbeleid op alle bestuurlijke niveaus”, stelt David Hamers, een van de projectleiders van het onderzoek.
Een beleid dat aan elkaar hangt van brandjes blussen, pappen en nathouden kan niet langer. Er is visie en daadkracht nodig om scherpe keuzes te maken. De vragen die beantwoord moeten worden zijn duidelijk.
- Waar wonen straks de meeste mensen in Nederland, en hoeveel woningen zijn daarvoor nodig?
- Moet de nationale energie-infrastructuur gebundeld worden tussen de grote stedelijke concentraties en industrieclusters, of kunnen netwerken kleinschaliger worden ingepast in regionale landschappen?
- Welke ruimtelijke inrichting is nodig om op termijn te kunnen voldoen aan de Europese afspraken over natuur?
- Ook ruimte maken voor een circulaire economie vergt planning: welke plekken worden daarvoor gekozen en hoe groot worden die?
“Hoe ons land er in de toekomst uit zal zien, hangt af van waar nu nieuwe huizen, wegen en voorzieningen worden gepland. Deze en alle andere ruimtelijke investeringen moeten ook in het veranderde Nederland van de komende decennia renderen”, aldus Rienk Kuiper, co-projectleider. “De juiste plek is daarbij belangrijk. Hou bij het plannen de samenhang voor ogen, maak keuzes die op de lange termijn overeind kunnen blijven.”
Niet alles kan overal: ruimtelijke verkenning 2023 met 4 scenario’s
Omdat niet alles overal kan, heeft een team van 25 onderzoekers vier toekomstscenario’s gemaakt waarin de verschillende keuzes ruimtelijk worden uitgewerkt. Dat zijn: Mondiaal Ondernemend (een toekomstscenario waarin grote bedrijven de lead hebben), Regionaal Geworteld (burgers nemen het initiatief in hun eigen leefomgeving), Snelle Wereld (de nog verder toegenomen digitalisering doet afstanden verdwijnen) en Groen Land (veel ruimte voor de natuur). Voor elk scenario zijn op basis van ruimtelijke modellering en ontwerpend onderzoek gedetailleerde kaarten van het bijbehorende Nederland van 2050 gemaakt. Deze scenariokaarten brengen in beeld welke gevolgen verschillende keuzes hebben.
Over de Ruimtelijke Verkenning 2023: “Deze scenariostudie biedt beleidsmakers handvatten voor het uitzetten van lijnen naar de toekomst. We moeten voorbij de korte termijn van steeds één kabinetsperiode van vier jaar kijken”, zegt David Hamers. “Alleen zo kan het kabinet in samenwerking met andere partijen succesvol keuzes maken voor de belangrijke transities waarvoor de Nederlandse samenleving staat.”
De belangrijkste aspecten voor de toekomstscenario’s in drie ontwikkelingsgebieden vatten we hieronder samen:
Landbouw en natuur
Op het gebied van landbouw en natuur is in het scenario Groen Land en in mindere mate Regionaal Geworteld de keuze gemaakt dat het water- en bodemsysteem de basis is voor de ruimtelijke ontwikkeling; dat alle landbouw zich duurzaam ontwikkelt; en dat op termijn overal in het land de omgevingscondities voldoende zijn voor verbetering van de natuur. Deze keuzes resulteren in een ruimtelijke structuur die wordt bepaald door het systeem van zout en zoet water, kwel- en infiltratiegebieden, en rivieren, beken en hoofdwaterlopen.
In het scenario Mondiaal Ondernemend is het uitgangspunt om met zo beperkt mogelijke randvoorwaarden voor de landbouw te voldoen aan Europese biodiversiteitsverplichtingen. In dat geval ontstaat een ruimtelijke structuur waarin de ligging van de Natura 2000-gebieden en in mindere mate het Natuurnetwerk Nederland (NNN) bepalend zijn voor investeringen.
In Snelle Wereld ontstaat een diffuse ruimtelijke structuur die het gevolg is van veelal ongeplande ontwikkelingen.
Netwerken voor energie en circulaire economie
Op het gebied van de infrastructuur voor energie en circulaire economie moet worden bepaald of deze sturend of volgend is: krijgt netwerkoptimalisatie de prioriteit of moeten verbindingen de geplande woon- en werkgebieden en verspreid geplande locaties voor de opwekking van energie faciliteren?
In het scenario Mondiaal Ondernemend staat de efficiëntie van de hoofdinfrastructuur centraal; er is sprake van een gebundeld energienetwerk tussen de grote industrieclusters, stedelijke concentraties en geclusterde locaties voor de opwekking van energie.
In het scenario Groen Land staat bij de ontwikkeling van energienetwerken niet systeemefficiëntie bovenaan, maar wordt bij de ontwikkeling van windparken, zonnevelden, woon- en werklocaties rekening gehouden met landschap, bodem en water. De locaties voor bedrijfsactiviteiten voor de circulaire economie zijn zo gekozen en ingericht dat ze gemakkelijk (per fiets of met openbaar vervoer) bereikbaar zijn voor stedelingen die er bijvoorbeeld producten laten reviseren.
In Regionaal Geworteld ligt het accent bij de uitbreiding van het energienetwerk op de versterking van verbindingen binnen de regio. De benodigde infrastructuur en installaties zijn wat kleinschaliger van karakter en beter in te passen in het landschap.
In Snelle Wereld volgt de ontwikkeling van netwerken de verstedelijking. Doordat de verstedelijking in dit scenario deels ongepland plaatsvindt, verloopt de aansluiting van locaties op de infrastructuur (niet alleen voor energie en circulaire economie maar ook voor verkeer) met horten en stoten. Dit zet van tijd tot tijd een rem op de ontwikkeling van bepaalde locaties voor wonen en werken. Het datanetwerk is in dit toekomstscenario vanwege het primaat van het digitale in het dagelijks leven zeer fijn vertakt en hoogwaardig, en vormt wat dat betreft nergens een belemmering voor verspreide verstedelijking.
Leefbare steden en regio’s
Wat de ontwikkeling van leefbare steden en regio’s betreft, is de verdeling van de bevolkingsontwikkeling tussen regio’s en binnen regio’s bepalend voor de ruimtelijke structuur. De toekomstscenario’s variëren van een groter accent op het westen van het land tot een grotere spreiding over het hele land, en van grotere stedelijke verdichting tot verstedelijking in lagere dichtheden buiten het bestaand bebouwd gebied.
Zo ontstaat in het scenario Mondiaal Ondernemend een ruimtelijke structuur van een sterk verstedelijkte Middenstad en een omliggend Kransland: een stedenring in centraal Nederland waarbij uitlopers naar de randen van het land niet tot ontwikkeling komen. In Groen Land ontstaat een stedelijk kralensnoer met compacte bebouwing op de openbaar vervoer knopen in grotere en vooral ook middelgrote steden.
Hier worden locaties die in verband met een veilig en goed functionerend water- en bodemsysteem minder geschikt zijn, zoveel mogelijk ontzien. In Regionaal Geworteld is sprake van een veel meer over het land gespreide ontwikkeling rond kleinere steden en rond dorpen.
In Snelle Wereld, ten slotte, vindt de verstedelijking dermate gespreid plaats dat er geen duidelijke structuur meer is te onderscheiden. Wel ontstaan in sommige regio’s nieuwe stedelijke velden met bebouwing in lagere dichtheden.